door Jan D. Swart
Jeroen Postma, raadslid van GroenLinks in Rotterdam, heeft in ondernemend Rotterdam de lachers op zijn hand gekregen door in een brief aan partijgenoot en mobiliteitswethouder Judith Bokhove de fundamentele vraag te stellen hoe groot de economische waarde van luchtvaart nu echt is, ‘’zeker als we die afzetten tegen de klimaatschade en de overlast voor bewoners?’’
De strekking van zijn cri de coeur komt uit op zijn gedroomde vaststelling dat Rotterdam The Hague Airport in de toekomst eigenlijk net zo goed kan worden ontmanteld. ‘’Vandaag, donderdag, staan er 2 vluchten ingepland van en naar Rotterdam The Hague Airport. Gisteren werd er zelfs helemaal niet gevlogen’’, schrijft hij op een manier, zo van: heerlijk die coronatijd, het kan me niet lang genoeg duren.
Op de luchthaven zelf en in kringen van Leefbaar Rotterdam kan men er niet om lachen. Het voormalige Zestienhoven ligt verslagen op z'n rug en GroenLinks ziet zijn kans schoon om unfair de genadeklap toe te dienen.
Het is tegenwoordig vrij stil in het stadhuis aan de Coolsingel, maar zelfs op de afdeling Economie – op de 1e verdieping, beheerd door de PvdA – ging de tekst van Postma op de gang luidruchtig van hand tot hand. ‘’De sector kan zonder subsidie de komende jaren niet overleven. Hoeveel vliegvelden hebben we eigenlijk nodig in het kleine Nederland?’’, liet Postma daar weten.
Geen humor in kringen van GroenLinks zelf, want daar nemen ze de profetische woorden van hun raadslid serieus: ‘’De discussie over de overheidssteun voor KLM laat zien hoe onzeker de toekomst van de luchtvaart is. Welke luchtvaart past bij Nederland? Hoe kan luchtvaart het publieke belang het beste dienen?’’
Daarna komt Postma in zijn brief tot de kern van zijn ergernis over de Rotterdamse luchthaven, die een doorn in zijn oog is: ‘’Temidden van die fundamentele discussie, met een volstrekt ongewisse uitkomst, leek het Rotterdam The Hague Airport passend om een nieuw luchthavenbesluit aan te vragen.’’
Met andere woorden: hij wil niet dat daar nu een ei over wordt gelegd. ‘’Hoe beoordeelt u de waarde van een participatietraject en een milieueffectrapportage in een periode waarin nauwelijks wordt gevlogen en de toekomst van de sector hoogst onzeker is?’’
En hij verschuilt zich uiteraard in zijn verzet achter de bewoners (altijd dezelfde) met de vraag aan partijgenoot Bokhove: ‘’Vindt u het een nuttige besteding van Rotterdams geld om een volstrekt onzeker participatietraject mede te bekostigen?’’
Vaak is zo dat raadsleden bij het indienen van officiële schriftelijke vragen steun vragen van andere politieke partijen. Dat geeft het signaal meer body. Maar zelfs het CDA – ook geen echte liefdevolle partner van de Rotterdamse luchthaven – ontbreekt. Dat is veelzeggend.